Als geboren Israëliër vertelt Nati je graag over Joodse feestdagen, bijzondere gebeurtenissen en meer. Ontdek in dit blog wat Rosj Hasjana is, hoe je dit behoort te vieren middels het jodendom, en wat er tijdens deze feestdag gebeurt. Nati neemt je mee en laat je ontdekken hoe Israëliërs deze feestdag beleven.
Wat is Rosj Hasjana?
Rosj Hasjana is de eerste dag van het Joodse jaar en is een van de heilige dagen voor Joden. De betekenis ervan is "hoofd van het jaar", en het begint op de eerste dag van de maand Tisjrei. Rosj Hasjana symboliseert ook de dag waarop de mens werd geschapen en symboliseert dus de voltooiing van de schepping van de wereld. Het wordt Rosj genoemd en niet het begin van het jaar om de betekenis ervan voor de rest van het jaar te benadrukken. Dat wil zeggen; hoe je jaar begint met een feestdag, en de rest van je jaar ook.
Hoe vier je Rosj Hasjana?
Na het vakantiegebed keert het gezin terug naar huis en wordt het feestmaal gehouden. Het feest begint met een Kiddush over de wijn, gevolgd door een handoplegging en een zegen op de in honing gedoopte challah (Joods brood). Men eet dan een appel met honing, een granaatappel en een krop lam of vis. Er zijn andere dingen die gezegend worden en die variëren van gemeenschap tot gemeenschap. Meestal is het voedsel dat bij de zegen hoort, vanwege de beeldspraak van de zegen voor het komende jaar.
Waarom worden deze zegeningen verricht op Rosj Hasjana?
Rosj Hasjana is een feestdag voor Joden en het symboliseert hoe ons leven er het komende jaar uit zal zien, daarom combineren we zegeningen die de wensen voor het nieuwe jaar impliceren.
Challah eten met honing - De enige tijd van het jaar dat je challah (Joods brood) met honing eet, is Rosj Hasjana. Tijdens de rest van de vakantie en Shabbat-maaltijden eet je challah met zout. De reden is dat we het jaar zoet en niet zout willen beginnen en dat we op de dag des oordeels een goed en zoet jaar krijgen.
Appel in honing - We zegenen een appel in honing en voegen eraan toe dat we een goed en zoet nieuwjaar zullen hebben. Soms is alleen goed niet genoeg, dus voegen we een verzoek toe om zoetheid aan het goede toe te voegen. En er is niets zoeter dan een appel met honing te combineren! De appel is een zoete en goede vrucht die van de plant komt. De honing is nóg zoeter, en komt rechtstreeks van het dier. Hiermee wordt dus laten zien hoe de combinatie van goedheid en zoetheid tot ons komt van God.
Granaatappel - We eten granaatappelpitjes en vragen dat we gevuld worden met de mitswot van granaatappels. Ieder mens heeft positieve daden (mitswa en goede daden) en negatieve daden. Door de granaatappel te eten, proberen we vol goede daden te zijn zoals de granaatappel vol zit met zijn zaden. De granaatappel wordt genoemd in het Hooglied en laat zien dat elke persoon in Israël vol is met mitswot. De granaatappel rijpt altijd voor Rosj Hasjana en een gemiddelde granaatappel heeft 613 korrels, wat gelijk is aan het aantal mitswot in de Thora. De mitswot (mitswa is het enkelvoud) is een lijst met geboden en verboden die volgens de Torah gelden. Deze zijn gespecificeerd in verschillende 'categorieën', zoals hoe om te gaan met armen en ongelukkigen, huwelijk en familie, zakelijke praktijken en meer.
Ram's hoofd - We zegenen "laat ons het hoofd zijn en niet de staart." Hier vragen we God om ons gunstig te zien en ons in het hoofd te zetten en niet in de staart. De keuze van de kop van een ram (lam) houdt verband met het verbond van Isaak, waarin God Abraham gebood zijn enige zoon Isaak te offeren en waaraan Abraham voldeed zonder twijfel of aarzeling. Terwijl Abraham Isaak aan het voorbereiden was en al klaar was met het mes, kwam er een engel en vertelde hem dat het een test van loyaliteit aan God was die Abraham met succes doorstond. In plaats van zijn zoon offerde Abraham een ram die plotseling verscheen, en zijn horens raakten verstrikt in de struiken rond waar het altaar stond. De binding van Isaac is een symbool van onze loyaliteit en toewijding, als afstammelingen van Abraham, aan God. Dankzij dit verhaal begrijpen we dat God ons onze zonden en mislukkingen zal vergeven.